De cijfers liegen er niet om: 1 op de 3 huwelijken eindigt in een scheiding, 1 op de 6 kinderen maakt een (v)echtscheiding mee, naar schatting zo’n 500-1.000 kinderen in Oegstgeest. Van alle kinderen met gescheiden ouders ondervindt 30% in meer of mindere mate gevolgen: lagere opleiding, lager inkomen, meer depressies, meer criminaliteit, meer relatieproblemen.
Afgelopen week presenteerde het Platform Scheiden Zonder Schade een rapport aan het kabinet met allerhande bevindingen en concrete acties die eraan moeten bijdragen dat kinderen minder vaak de dupe zijn van de relationele problemen van hun ouders en de afwikkeling daarvan. “De samenleving pikt dat niet langer”, aldus André Rouvoet, voorzitter van het breedgedragen platform waarin onder meer wethouders, de advocatuur, de rechterlijke macht en de wetenschap vertegenwoordigd zijn. De acties in het rapport variëren van bewustwording tot de wijze waarop de rechtsgang is ingericht tot het helpen om relatieproblemen op te lossen als dat nog kan. Dat laatste door te zorgen voor voldoende passend aanbod, met de volle erkenning van de eigen verantwoordelijkheid van ouders.
Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Bij herhaling komt de (v)echtscheidingsproblematiek in evaluaties naar voren. Medewerkers van het Centrum voor Jeugd en Gezin ontvangen extra trainingen en het aanbod van ondersteuning van ouders en kinderen na de echtscheiding breidt zich enorm uit. “Maar daarmee is het probleem nog niet voldoende ondervangen, dat blijkt ook wel uit het rapport”, aldus Ingrid van Dillen, raadslid voor het CDA.
Van Dillen vervolgt: “Toen minister Blok (VVD) naar aanleiding van een Kamermotie opdracht gaf voor het maken van het rapport gaf hij mee ‘Geen heilige huisjes, geen taboes, geen no go’s’. Deze lijn is door de ministers Sander Dekker (VVD) en Hugo de Jonge (CDA) voortgezet. Dan moeten we ook als lokale politiek eindelijk eens op deze manier over dit onderwerp durven spreken. Ik merk nu nog te vaak dat als het bijvoorbeeld om relatie-ondersteuning gaat, sommige partijen ongemakkelijk of zelfs lacherig worden. Daarmee doe je de ernst van problematiek en het belang van een kind geen recht.” Van Dillen verduidelijkt: “Ook het CDA is tegen gedwongen relatietherapie, maar dat betekent niet dat je niet kunt inzetten op het normaliseren van het beeld dat een relatie soms gewoon hard werken is en dat je kunt nadenken over de vraag hoe je als overheid voor voldoende beschikbaar aanbod kunt zorgen.Van zorgprofessionals krijg ik te horen dat mensen die de stap zetten om onder begeleiding aan problemen in hun relatie te werken, dit vaak te laat doen”, zegt Van Dillen, die vervolgt: “als je een gezinspartij wilt zijn, moet je niet wegkijken, maar knelpunten in de jeugdzorg adresseren en aanpakken en dat doen we dus ook”. Het CDA wil de komende periode in gesprek met zorgprofessionals en ervaringsdeskundigen over deze problematiek, die een grote impact heeft op jeugdzorg.